De terugtocht naar Bali ...

1 augustus 2017 - Kuta, Indonesië

Om 6u30 zitten wij fris gewassen aan het ontbijt.  We kunnen kiezen uit rijst en noedels, toast of pannenkoek. Even geen rijst en noedels meer voor ons!

Om 7 uur verwachten we onze chauffeur, die ons naar de haven van Lembar zal brengen.  Als er om tien na 7 nog niemand komt opdagen, beginnen we ons een beetje zorgen te maken. Bart belt Jenny van Tari Travel even op. Wat een service: zelfs op dat uur (het is in Java nog een uur minder laat) neemt ze al op. Ze kan ons geruststellen: de chauffeur is onderweg! Alles is geregeld.  Na een kwartiertje komen de 2 wagens die ons gisteren in Senaru oppikten inderdaad de parking van het hotel opgereden.  Joepie!

De chauffeurs rijden ons naar de haven. Iets voor 10 uur rijden we het havencomplex binnen. We zijn nog niet helemaal uit de wagen gestapt of er komt al iemand naar ons toe om te informeren of we al tickets hebben voor de boot. Neen die hebben we nog niet. Vanaf nu is onze reis niet meer verder geregeld door het reisbureau. We kozen zelf een hotel en zullen het vervoer wel zelf regelen. Dat leek ons niet onoverkomelijk! De man die ons aanspreekt kan alles voor ons regelen voor 180.000 rupia per persoon (12 euro). Ook het vervoer naar ons hotel in Kuta Bali is inbegrepen zegt hij, vervoer tot aan ons hotel.  We willen eerst een polshoogte nemen wat de normale kostprijs is. 46.000 rupia (of 3 euro dus) per volwassene voor een overtocht van 4 à 5 uur per boot  naar Bali.

Vooraleer we beslissen, luister ik even bij andere toeristen of ze dit handeltje vertrouwen. Wij vinden het een beetje onvoorzichtig om boot én vervoer al te betalen, zonder garantie dat er aan de overkant iemand zal staan die ons effectief naar het hotel zal brengen. Ik zie verschillende groepjes toeristen en vraag even na. Zij hebben geen wantrouwen.  We beslissen om het er dan ook maar op te wagen en de man in vertrouwen te nemen. Bart komt tot een deal met hem: voor 120.000 rupia per persoon kunnen we de oversteek maken en zal een chauffeur ons vanuit de haven in Bali ons naar het hotel in Kuta brengen.

Om 12u00 zou de boot vertrekken, werd ons gezegd. Het academisch kwartiertje is bij de Indonesiërs nog iets langer: om 12u45 komt de boot in beweging. En weg zijn we! Op naar Kuta. Het hotel waar we zullen logeren is gelegen in een toeristische plek: volgens Google Maps op een boogscheut van een Mc Donalds, aan de overkant van de straat het Hard Rock café en iets verder een Pizza Hut. Meer dan dik in orde volgens de jeugd:  “En is er in het hotel geen WIFI, dan gaan we wel in de Mc gaan zitten! Daar is altijd WIFI! “

De tocht verloopt goed. Ik vind het zelf fijner om met deze boot te varen dan met de fastboot: deze ferry maakt geen enorme wiebelbewegingen op het water.  Iets na 16u bereiden we ons voor op het aanmeren. Maar helaas… plots weergalmt iets in het Indonesisch door de luidspreker, gevolgd door een gebrekkig Engelse vertaling. We luisteren zo goed mogelijk. “Boot kan niet aanmeren – 2 à 3 uur wachten…” Wij zitten samen met bijna uitsluitend toeristen op het bovenste dek. We zien overal vragende en verbaasde blikken.  Er wordt heen en weer gepraat. Wie heeft wat begrepen. Veel duidelijkheid is er niet. Alleen dat we geduld zullen moeten hebben… zo’n 2 à 3 uur.  “Wéér zoveel later WIFI!” is de gezamenlijke opmerking van Dythe, Michiel en Lowiek. “Dat is niet fair!”. Niets aan te doen. We blijven optimistisch en doden de tijd met het spelen van gezelschapsspelletjes. Ikzelf schrijf de teksten voor de blog van onze trekking dagen. Want de notebook had ik uiteraard niet mee die drie dagen…  Tijd zat nu om dat te doen…

Het is iets na 18u10. Bijna tijd om aan te meren, zo hopen we. Al die tijd waren we blijven dobberen vlak voor de haven van Padangbay.  Rond ons vele andere boten: passagiersschepen, vrachtboten, grote boten, kleinere boten, … . We horen de motoren van de boot weer in gang schieten en hebben hoop!  Maar helaas … we varen niet naar de aanlegsteiger…  Een tijdje later weergalmt weer iets door de luidsprekers, maar enkel in het Indonesisch. Niemand op het dek die er iets van begrijpt…  Beneden is er een kleine bar, waar je koffie, thee en wat kleine snacks kan kopen. Daar verneemt iemand dat we nog een uur geduld moeten hebben.  De uren kruipen voorbij. Velen liggen intussen op, onder en tussen de banken te slapen of proberen wat te slapen. Wij hebben 2 zitbanken voor ons vijven. Languit liggen is dus geen optie… We bekijken eens de foto’s die we al hebben van de reis, spelen nog wat spelletjes en kijken naar de lichtjes van de huizen en hotels bij de haven. Het is intussen donker. Wat een geluk dat het niet te veel afkoelt! 

Iets na 23 uur (we liggen ondertussen al 7 uur te dobberen, nadat we al 4 uur hebben gevaren… dat maakt dus al ruim 11 uur!) komt de boot voor de zoveelste keer in actie. Maar deze keer voor echt! Iedereen veert recht en bereidt zich voor om zo snel mogelijk van de boot te geraken. We (mensen die te voet zijn) worden aangemaand om naar het onderste dek te gaan, waar de voertuigen staan. Als haringen in een ton staan we daar met pak en zak tussen de vrachtwagens, bussen, auto’s, brommers. De boot is nog niet aangemeerd, maar quasi elke chauffeur laat de motor al draaien. Het stinkt daar ongelooflijk naar uitlaatgassen. Een vrachtwagenchauffeur die ajuinen vervoert, komt vanonder het afdekzeil gekropen met zijn slaapmatje en zijn kussen. Hij deed zomaar even zijn tukje tussen de uien!  In het donker is alles nog een tikkeltje enger. Gelukkig mogen we als voetgangers eerst de boot verlaten. Maar van zodra de (vracht)wagens, brommers en bussen er hun kans toe zien, rijden ze ook van de boot af. Het heeft iets engs. We moeten op zoek gaan naar de persoon die ons naar Kuta zal voeren. Een man die gebrekkig Engels spreekt zegt “Kut! Yes! Come!” Alle mensen die naar Kuta moeten worden als schapen samen gedreven op een plek tussen wagens. Wie elders naar toe moet worden op een andere plek geroepen. We staan zeker met 20 mensen die naar Kuta moeten. “How many are you for Kuta? “ vraagt hij ons. “5” antwoorden we. ‘Oké, 5 people for Kuta come with me, follow me.” We volgen hem, maar intussen spreekt hij ook anderen aan en iedereen die richting Kuta moet, loopt mee. Langs de weg staat een hele sliert taxi’s te wachten.   Hij houdt halt bij een bouwvallig busje voor 15 personen, zonder koffer. We worden bijna in de wagen geduwd, de bagage overal tussen ons. De deur kan niet meer goed sluiten, dus wordt er bagage voor gelegd, zodat die zeker niet open zou gaan tijdens het uurtje rijden. Het lijkt op een deportatie… In de bus zitten we met Duitsers, Fransen en een meisje alleen van wie ik niet weet van waar ze is. Zij moet niet naar Kuta, maar naar een stadje op 45 minuten verder. Daar gaat geen bus heen. Ze protesteert dat ze betaald heeft voor een bus naar haar hotel, maar krijgt geen gehoor. “That’s your problem!” is het antwoord.  Het voorspelt niet veel goeds … De bus start. Ze zit huilend naast me…. De chauffeur, een man van een jaar of 60 vraagt niet eens naar waar we moeten en begint te rijden. Een uur lang. Het is intussen één uur ’s nachts. Lowiek en Dythe waren al weer in slaap gevallen.  Plots stopt de chauffeur. Maar wij zijn nog niet op onze bestemming! Niemand trouwens! Iedereen was via de GSM aan het volgen of we de juiste weg uitreden. Maar niemand bereikte al zijn hotel. De afspraak was dat we aan ons hotel zouden afgezet worden! Er ontstaat een discussie. Maar onze chauffeur spreekt geen Engels. De fransen stappen uit. Zij moeten niet ver meer zeggen ze. Maar wij moeten nog 2 km verder. De Duitse jongemannen en het meisje ook. We worden boos. Dat was niet de afspraak. Hij maakt ons duidelijk dat we maar te voet moeten verder gaan. Maar in het holst van de nacht, met zoveel bagage en 3 vermoeide tieners zien wij dat niet zitten.  Er komt een local bij die Engels spreekt. Die probeert te bemiddelen (in het voordeel van de chauffeur). Maar we geven niet toe. Dat was niet de afspraak: ze hadden beloofd ons aan het hotel af te zetten.  Bart stapt uit en maakt duidelijk dat wij met 3 kinderen zijn en hier niet mee akkoord kunnen gaan. De local lijkt er begrip voor te hebben, maar de chauffeur plooit niet. Dan wordt Bart boos en verheft hij echt zijn stem. Als ook dat niet lukt duwt hij hem (vooral met woorden) tot aan zijn portier en heft hem op zijn stoel. “Drive!” is de duidelijke boodschap. De man schrikt merkbaar en zegt dat hij niet weet waar we moeten zijn. “I will guide you with my GPS. You must only drive!”. We kruipen allemaal zo snel we kunnen weer in de bus en hij vertrekt …. Oef….! De man wordt rustiger, de sfeer in de bus slaat over naar een oef-gevoel… Ikzelf en de kinderen bekomen: we wisten niet dat Bart zo boos kon worden! Maar het plan lukt: we worden afgezet voor ons hotel. De anderen stappen ook daar uit. Ze zijn al lang tevreden dat ze zoveel dichter zijn bij hun hotel. Dat kleine beetje stappen ze nog wel …

We checken in in het hotel. Het is intussen bijna 2 uur ’s nachts… alles is er doodstil.  De kamers zien er erg luxueus uit! Ze moesten ons een upgrade geven om ons 2 kamers bij elkaar te kunnen geven. Maar dat vinden we niet erg!

We hebben eigenlijk nog honger. Door al die gebeurtenissen was er geen mogelijkheid om deftig te eten.  Maar het is geen uur meer om nog te gaan eten… Enkel de Mc Donald’s is nog open. En nu frieten eten lijkt ons niet ideaal. Ons bed zal meer deugd doen. De kids zijn ontgoocheld, maar dat komt vooral door de vermoeidheid.  Morgen gaan we zeker eens naar de Mc! Beloofd!

We kruipen in ons bed. En nu proberen te slapen … als het lukt… want de adrenaline giert nog door mijn lijf …  Wat een verschil met de zorgeloze ritten die we de rest van de reis hadden, die het reisbureau voor ons had geregeld! Nu merken we het verschil echt wel heel goed !!

1 Reactie

  1. Wouter:
    3 augustus 2017
    Wow, spannend verhaal. Goed gedaan Bart! Kaaaaja!