Naar de top van de Rinjani en ‘weken’ in de warmwaterbronnen

30 juli 2017 - Rinjani, Indonesië

Om 2 uur gaat de wekker af.  Tijd om op te staan. Er staat ons een lastige tocht te wachten naar de top van de vulkaan: klimmen vanop 2639 m naar de top op 3726 m.  Om van bovenaf de zonsopgang te kunnen bewonderen, moeten we zo vroeg uit de veren.  Het is nog koud. En natuurlijk ook donker. Lowiek voelt zich nog niet helemaal ok. Hij besluit om in de tent te blijven en nog wat te slapen. De dragers blijven daar ook. Dus hij is niet alleen. Ik heb een beetje een dubbel gevoel: jammer dat hij het niet kan meemaken, maar anderzijds: we moeten geen problemen zoeken.  En hij is in goede handen!

Voor we vertrekken serveren ze ons nog een eerste ontbijt: een warme toast met confituur en een tasje thee. Tegen half drie zijn we vertrokken, met dikke truien aan, lange broek, sjaal en hoofdlampjes aan.  De tocht start meteen pittig via een aarden pad over de bergrug. Naarmate we hoger komen, wordt de ondergrond heftiger: losliggende stenen, meer stof, bijna geen grip onder onze voeten. Het is nog pikdonker: behalve een lange rij van kleine lichtjes voor en achter ons, kunnen we niets zien. Naarmate we hoger komen is er enkel nog zand, stof, lavasteentjes. Happy geeft ons stofdoekjes om voor onze mond te binden.   Het is echt lastig. Af en toe moeten we eens stoppen om op adem te komen.  De hellingsgraad komt alsmaar groter.  Maar het klimmen vlot echt moeizaam. Het lijkt een beetje op de processie van Ichternach (waar men 3 stappen vooruit gaat en er dan weer 1 achteruit). Maar in tegenstelling tot de processiegangers van Ichternach is het tegen onze zin dat we terug naar beneden glijden! ☹ We zijn ondertussen al ruim anderhalf uur aan het klimmen. Ik informeer bij Bart hoever we nog moeten. Hij kan de hoogtemeters op zijn uurwerk volgen. Iets meer dan halfweg. En ik ben al pompaf! Ik heb zin om er de brui aan te geven. Maar alleen in het donker terugkeren is geen optie. Bovendien gaat iedereen nu bergop. Tegenstroom gaan zou alleen maar vervelend zijn.  Verder doen dus. Er is geen alternatief…  Het pad wordt steiler en steiler. De wind komt meer en meer opsteken. We doen een regenjas aan om ons tegen de koude wind te beschermen. We klimmen intussen met een helling van 60%, met een ondergrond van kleine steentjes en zand: na een stap omhoog glijden we nog altijd een heel stuk terug naar beneden!  Op de duur gaan we soms op handen en voeten naar boven. Over onze handen dragen we kousen die we op het vliegtuig kregen. Die beschermen ons tegen de kou en de stoffige ondergrond. Met veel zweet (en ook een portie gevloek) bereiken we rond 5u50 de top van de vulkaan!  De wind waait er fel.  Nadat we een kleine tien minuten boven zijn, komt langzaam maar zeker de zon tevoorschijn! Het heeft iets magisch !! Happy staat boven te ‘shaken’: niet op muziek, maar van de kou. We geven hem een trui die wij nog extra mee hebben en momenteel niet nodig hebben. Europeanen kunnen merkelijk veel beter tegen de kou dan Indonesiërs! Met verkleumde vingers neemt onze gids een paar foto’s van ons boven op de top.

Als de zon opgekomen is beslissen we aan de terugtocht te beginnen. Maar die gaat héél wat vlotter dan het klimmen. Het lijkt bij momenten als snowboarden, maar dan zonder board en over zand en lavasteentjes. Om 8:00 zijn we terug bij onze tenten en Lowiek. Hij heeft goed geslapen ! Eén van de dragers leerde hem ook een denkspelletje met steentjes.  Onze dragers bereidden een tweede ontbijt voor ons, dat we weer met veel smaak naar binnen werken.

We pakken vervolgens onze bagage en beginnen aan ons volgende traject voor vandaag: 3 uur afdalen naar het meer (gelegen op 2000 m hoogte), waar ook de hotsprings zijn. Lowiek is duidelijk nog fit.  Hij heeft deugd gehad van zijn paar uurtjes extra slaap!  Het is middag als we toekomen op onze lunchplek aan het meer. De dragers zijn er iets voor ons toegekomen. Het is dus nog even wachten voor we kunnen eten. We nemen van de gelegenheid gebruik om het meeste stof van ons af te wassen in het meer. Zwemmen is er sinds 2 jaar niet meer toegelaten, omdat er 3 mensen verdronken zijn in het verraderlijke meer.

Na het middagmaal wandelen we tot aan de hotsprings: die liggen op een paar minuten stappen van het meer. Het zijn kleine poeltjes water in de rotsen. Het water is er erg warm. We vermoeden iets meer dan 40 graden! Niet de geschikte temperatuur om je er in 1-2-3 in onder te dompelen! Maar met een portie geduld lukt het ons om geleidelijk wat meer in het water te zitten. We profiteren van het water en wassen ons zo goed als mogelijk en spoelen we het stof uit onze haren.  Wat een verademing! We voelen ons als herboren!

Happy wil dat we tegen 14:00 terug startklaar zijn voor het laatste traject van vandaag: terug een goede 3 uur klimmen tot de andere kant van de kraterrand, op 2641 meter.  We voelen aan onze benen dat we er intussen al een ferme tocht op zitten hebben. Maar aan een behoorlijk tempo komen we rond iets na 17u aan in Plawangan 1, waar we de nacht zullen doorbrengen. 

Het is even zoeken voor we onze dragers vinden. Maar ze kozen een rustig en mooi plekje op de bergflank uit. Alle tenten zijn al opgesteld, het eten zijn ze volop aan het klaar maken. In afwachting geven ze ons een deugddoend tasje thee. 

Tijdens en na het avondeten genieten we nog van het machtige uitzicht en het schitterende wolkendek. 

We verloten nog een tweede (en laatste) dekentje dat we mee hebben aan de dragers. Eén van hen is heel ontgoocheld dat hij niet de winnaar was…  Maar we beloven om hen morgen allemaal iets te geven!

We verbreken ons record van gisteren: om 18:30 zitten we al in onze slaapzakken. Maar gelukkig: we mogen wat langer slapen!

Foto’s